Om de honderd jaar leggen de wouwen een gekleurd ei, waaruit een vogel komt die iets groter is dan een kip, zeer vergelijkbaar met een ekster, met een half zwart en half wit lichaam, die vijftig jaar leeft. Als hij sterft komt er een groene worm uit die langzaam verandert in de haan des doods. Hij is zwart en heeft een witte kuif, met blauwe en rode vlekken. Zijn lied is als een brul en verschijnt bij zonsopgang aan de top van de eiken en schiet de lucht in met zijn jammerende kreet. Degene die de pech heeft het lied van de boze haan te horen, zal de volgende dag, als de sterren ondergaan, sterven. Zelfs vandaag nog, wanneer men midden op het veld het kraaien van de haan hoort, vragen sommige mensen zich af of het niet de haan des doods is, aangezien er geen geneesmiddel bekend is. Men zegt wel dat er blauwe kruiden zijn met zwarte wortels, die van begin april tot midden mei groeien en gekookt moeten worden met rozemarijn, maar niemand heeft ze ooit gevonden.