Ventolines en Espumeros

Ventolines

De “ventolines” leefden in de wolken bij zonsondergang. Zij waren als engelen en hadden zeer grote groene vleugels. Hun ogen waren wit als golven als ze ontwarren, en hun gezichten waren als die van engelen. Als een oude visser moe werd van het ophalen van de netten, kwamen de ventolines uit de wolken bij zonsondergang naar beneden en laadden de vis in de boot. Ook veegden ze het zweet van de vis af, of omwikkelden ze met de groene vleugels als het koud was. Dan namen ze de roeispanen en brachten de boot naar de kade. Als er geen wind was, bliezen ze zodat er genoeg wind was om de boot te laten varen.

De “espumeros” waren mollige mannetjes, gekleed in een tuniek met de kleur van zeewier en speelden altijd met het schuim als ze langs de top van de golven of de sporen van de boten renden. Sommigen hebben donker haar en heldere ogen en leiden de boten bij mistig weer. Anderen zijn blond en gaan naar de huizen van de familieleden van de zeelieden om hen nieuws te brengen. Meestal gaan ze aan land om bloemen te plukken en daar kettingen mee te maken voor de zeemeerminnen. Zijn ruilen die voor zeeschelpen: met die schelpen gevuld met zoet water vliegen ze bij droogte over de velden om ze te besproeien. En als er slecht weer op komst is, waarschuwen ze de vissers om terug te keren naar de haven.