Athene

Het prehistorische Athene is niet te vergelijken met het huidige Athene, net zoals alle steden uit de oudheid. Rond 600 v.C. had Athene 15000 inwoners in het hele verspreidingsgebied, het district Attica had ongeveer 150.000 inwoners. De meesten van hen waren landbouwers die zich langs de kust van Attica vestigden. Het gebied van Attica was in die tijd ongeveer 2600 km2 groot.

Voor 600 v.C. werd Athene geregeerd door individuele rijke adellijke families, die enkel geïnteresseerd waren in het behouden en vergroten van hun macht (Tirannen). Rond 600 v.C., door verzwakking van de algemene middenklasse en sociale en economische veranderingen, ontstond de vraag naar fundamentele veranderingen. In deze situatie 594 v.C. werd de Athener ‘Solon‘ gekozen als hoofd van de regering en kwam met een plan om deze slechte omstandigheden te veranderen.

Zijn plan was om een nieuwe verdelingsstructuur van de politieke rechten en plichten te beginnen. De norm van de politieke deelname zou niet langer meer met de achtergrond van mensen te maken hebben (tot dan aan toe konden alleen edelen stemmen). Iedereen moest daar recht op krijgen. De inwoners van Athene werden ingedeeld in vier financiële groepen, afhankelijk van hun inkomen. Dit was zeker geen democratie, ook al wordt later gezegd dat Solon de stichter ervan is. De nationale vergadering (ekklesia) en de volksrechtbank (helia) waren voortaan voor iedereen toegankelijk. De verkiezingen voor de raad van 400 was nog steeds afhankelijk van het inkomen.

De verschillende financiële groepen van Solon (medimnos) werden ingedeeld naar opbrengst en daaruit voortvloeiende inkomsten.

  • Pentakosiomedimnoi (500 medimnoi )
  • Hippeis (Ruiter in het leger, meer dan 300 medimnoi)
  • Zengitai (Soldaat, meer dan 200 medimnoi)
  • Thetes (Arbeider, minder dan 200 medimnoi) (Medimnoi was de gebruikelijke volume-eenheid van deze tijd) .

De namen tonen ook de positie in het leger.

Veel zaken werden onderworpen aan nieuwe regels.

Sommige waren volledig nieuw, sommige bleven hetzelfde en andere werden aangepast. Het belangrijkste was dat al deze regels werden opgeschreven en gepubliceerd, zodat iedereen ze kon raadplegen. Nog steeds was het geen democratie, maar gelukkig waren het geen adellijke mensen meer. Ondanks alleen rijke mensen waren, hadden ze wel toegang tot de politiek.

Dat deze nieuwe vrijheid niet zo goed aanvaard werd vooral door adellijke families is vrij normaal. In het eerste deel van de 6de eeuw dreigde Athene in chaos en anarchie te vallen door gevechten tussen die families.

Dat gebeurde bijvoorbeeld in 546 v.C., toen de tiran ‘Pisistratus‘ de macht overnam. Hij behield de geest van Solon en gaf prioriteit aan de identificatie van het volk met Athene. Sportfestivals en culturele vieringen moesten het gevoel van samenhorigheid versterken. De Tiran vormde de stad tot het culturele centrum Attica’s. Het was een vredige heerser en gewelddadige botsingen ontbraken. Athene beleefde een opleving in handel, ambacht en zaken. Nieuwe technologieën in de behandeling van vazen, veel export van wijn en olijfolie, en een slimme manier van economische politiek waren hiervoor verantwoordelijk. Maar voor langere tijd was het volk niet meer tevreden met de politieke beperkingen. Mede ondersteund door de bereikte welvaart, van de laatste jaren. In 528/27 v.C. stierf Peisistratus en ging de macht over op zijn zoon ‘Hipparchos‘.

De verandering kwam 514 v.C. met de moord op Peisistratus Hipparchos van de Atheense Harmodios en Aristogeiton. Zijn broer ‘Hippias‘ verstrengde de tirannie en voerde strengere straffen in. Nu verzetten zelfs de adellijke families zich tegen hem en vroegen Cleomenes I, koning van Sparta om hulp. Deze dwong hem, in 510 v.C., de stad te verlaten en hielp, in 508 v.C., Isagoras aan de macht.

 

Hij wilde het oude adellijke politieke systeem herstellen. Zijn tegenstander, Cleisthenes, van het volk van de Alcmaeonidae eiste uitgebreide nieuwe regelgeving en algemene deelname aan de politiek voor alle burgers. Opnieuw lukte het met hulp van Sparta om Cleisthenes en zijn volgelingen uit de stad te verdrijven. Het gevolg was een gewapende opstand en opnieuw nam Cleisthenes de politieke macht van Athene over.