Goden

De oudste goden zijn chaos, Gaia (Aarde) en Uranus (hemel). Hun bestaan was een antwoord voor de uitleg die nodig was voor verschillende natuurverschijnselen, bijvoorbeeld de dood, ziekte enandere dagelijkse feiten. Uit hun stammen komen ook andere bekende godheden die voorkomen in de Griekse mythologie.

Goden waren machtigt, maar tegelijkertijd ook vatbaar voor alle menselijke zwakheden. Zij hadden het lot en het leven van de mensonder controle en elke god werd vereerd voor iets anders. Zij waren mooi en hadden meerdere overeenkomsten met de mens: hetzelfde uiterlijk, dezelfde mentale en fysieke krachten en zwakheden. Ze konden echter meer doen, eigenlijk veel meer dan normale mensen. Afhankelijk van hun stemming zouden ze hem vandaag helpen en haar morgen. Ze waren tegelijkertijd wraakzuchtig als vrijgevig.

In de oudheid brachten mensen offers aan de goden, meestal in de vorm van een die of waardevolle voorwerpen. Elke activiteit en elke sociale behoefte waren gerelateerd aan de verering van een god. Van agricultuur tot wetenschap, van sport en jagen tot oorlog en liefde, alles had zijn eigen god die aanbeden werd.

Onder al deze goden waren de oudste goden, de goden van Olympus, maar ook heel veel kleineren goden. Bezoek de volgende pagina’s om ze van dichterbij te kunnen bekijken.