Pandora

Hepheaistos, de smid en kunstenaar van de godenfamilie, modelleerde ooit in zijn atelier een mooie vrouw, Pandora. Ze was gemaakt van Aphrodite, dus je kunt je voorstellen hoe mooi ze was. Om deze reden, gaf Zeus haar leven. Als een cadeautje kreeg ze een doos waar alle goden iets in hadden gestopt: als eerst deden ze alle pijn erin en als laatste alle hoop.

De reden voor die doos was om wraak te nemen voor het verraad dat Promtheus tegen de goden had begaan. Prometheus, wat betekend ‘eerst denken dan doen’, had een broer genaamd Epimetheus. De goden boden Pandora als vrouw aan de laatste – samen met de doos. Prometheus probeerden zijn broer ervan bewust te maken dat het beter is om elk cadeau van de goden af te wijzen. Maar dat deed hij niet en Epimetheus trouwde Pandora. Bovendien was zijn nieuwsgierigheid te groot om in de doos dicht te houden, zoals zijn broer hem had geadviseerd. Toen hij de doos opende, kwamen alle denkbare ziektes en kwalen eruit en spreiden zich over de hele wereld. Epimetheus maakte zo snel mogelijk de doos dicht, alleen de ‘hoop’ bleef in de doos. Hierna gaf hij het aan zijn broer, die vanaf dat moment de hoop zou beheren.